Knotting New 3 | Poudre du Riz
Voor een kunstenaar, ben ik een behoorlijke ijdeltuit. Zo ben ik vaak de enige muts die op hoge hakjes en met gekrulde wimpertjes naar een punkband staat te luisteren in een lekkend kraakpand, tussen de andere kunstenaars. Dus hé! – Wat geruststellend om door
dit onderzoek over historische haarverzorging, te ontdekken dat de wil om de mooiste, beste versie van jezelf te zijn, iets van alle tijden is... Ik ben echt de gekste niet ;) Op deze kleurrijke wijzen, gingen mijn Europese voorouders namelijk hun rimpels, grijze haren en imperfecties te lijf:
Romeinse haarkleuring en make-up
Al in de romeinse tijd bestonden er complete make-up sets voor vrouwen. Oogpotloden werden gemaakt van dierlijk vet, vermengd met houtskool. Hun foundation bestond uit een mengsel van krijt en schapenvet. Er werden gouden en zilveren haarspelden en pinnen gedragen om het haar mee vast te zetten. Er waren spiegels, gemaakt van gepolijste metalen. De romeinse dames raakten ook geïnspireerd door de blonde en bleke haarkleur van de uiterst Noord-Europees levende volkeren. Met een recept bestaande uit natgemaakte verbrand beukenhout en vermalen kamperfoelieblad, werden de haren ingesmeerd. Dit mengsel lieten de dames drogen in de zon om de kleur zo uit hun haar te laten bijten. Het resultaat was een geel-
gouden blonde kleur, en soms een wat rossige kleur (afhankelijk van de haarsoort van de dame die dit project ondernam). Er was wel altijd het risico aanwezig dat het haar zodanig werd aangetast, dat het spontaan afbrak. Dat risico werd door veel dames voor lief genomen in de wetenschap dat er altijd pruiken konden worden opgezet. Want ook het dragen van pruiken en haarstukken was toen al deel van het dagelijks straatbeeld. En niet alleen voor de dames. Voor de wat kalende mannen waren er al toepetjes beschikbaar. Op een zeker moment veranderde de haarmode dusdanig snel, dat beeldhouders de stenen portretten die zij in opdracht maakten, niet eerder voorzagen van een kapsel tot het hele beeld af was. Als laatste werd er een aparte gemaakte stenen ‘pruik/kapsel’ op het hoofd geplaatst, omdat het tot frustraties van de beeldhouwers vaak voorkwam dat de haarmode alweer enorm was veranderd, nog voor een beeld kon worden afgemaakt door de beeldhouwer.
Bleke Renaissance huid en haren
In de Renaissance werden kapsels wederom geïnspireerd op Romeinse en Griekse kapsels. En ook nu kwam het bleken van haren weer in zwang. Ditmaal bestond het recept uit (pag 53). Later in de Renaissance werden de haren echter weer diep zwart geverfd. Maar het beoogde
effect was hetzelfde als met de blonde kapsels: de huid moest zo optimaal mogelijk bleek lijken in contrast met zwart haar of dankzij een heel lichte haarkleur de die huidskleur benaderde. Soms benadrukte vrouwen zelfs de bloedvaatjes in hun gezicht, door deze met blauwe make-up te accentueren. Zo leek hun huid nog bleker en meer doorschijnend. In de Victoriaanse tijd werden naar voorbeeld van de haarkleur van Engelse koningin Victoria, de haren weer blond en rood gebleekt en geverfd.
Poudre du riz
Het meest bedreven echter, in het kleuren van haren, waren wederom de Fransen. In de tijdsperiode van de Rococco. Ik neem je even wat uitgebreider mee in de mode van de uiterlijke verzorging uit die tijd: In bad gaan, deed men eigenlijk nauwelijks. Zelfs de Franse zonnekoning had geen toilet in zijn paleizen en kakte waar het hem uitkwam. Hij hoefde het toch niet zelf op te ruimen... Veel mensen hadden luizen, wantsen en vlooien op hun huid, kleren en in hun haar rondlopen. Maar het was wel van groot belang dat men er mooi en rijk uitzag! Het kalende hoofd van Lodewijk IXV, dat hij bedekte met pruiken, vormde de aanzet voor de introductie van de pruikenperiode. Hij was een kalende trendsetter dus.
Men kleurde de pruiken die men droeg door ze te poederen. Soms zelfs zachtroze, paars of violet als er een feestje te vieren was. Maar meestal wilde men hun pruik er zo wit mogelijk uit laten zien. Waardoor het gebruikelijk werd om de pruiken witter te laten lijken door ze te poederen met vermalen rijst: poudre du riz. De pruikenzaken die in veelvoud te vinden waren in elke grote stad in Frankrijk, zagen vaak helemaal wit van de poeder. [1] Het hebben van een witte huid en witte haren is door de eeuwen heen een statussymboolgeweest. Want de mensen met een gebronsde huid, waren de mensen die buiten werkten: de gewone arbeiders. Alleen de rijken konden het zich veroorloven om zich van de zon te onttrekken. Het werd in de 17de eeuw op den duur zelfs bij wet verboden voor de gewone burgerklasse om pruiken te dragen, om het onderscheid tussen klassen te benadrukken. Verder werd het dragen van pruiken voor de burgerklasse bemoeilijkt door de invoering van pruikenbelastingen. [2] De 17de eeuwse pruiken werden gemaakt van gemzen-, schapen, paarden of buffel-haar, omdat deze vaak de meest witte haarsoorten waren die men kon vinden. Maar er waren ook plantaardige alternatieven: zoals pruiken die gemaakt werden uit palmvezels of vlas. Pruikenwerden in vorm gekapt en gehouden, met stijfsel. Soms was dit stijfsel een mengsel van water|met opgeloste suiker. Het ‘’installeren’’ van deze complexe pruiken op dameshoofden kosten vaak zo veel tijd, dat deze vrouwen rechtop zittend in bed of in een stoel sliepen. Zodat de pruik slechts eens per week hoefde te worden gekapt. Enorme ‘bonnet’ mutsen in formaat kussensloop werden dan om hun hoog opgebouwde en gepoederde pruiken heen gedragen om deze te helpen intact te blijven tijdens het slapen.
Moedervlek met codetaal
Ook werd het gezicht weer zo optimaal mogelijk wit gemaakt. Met dezelfde rijstepoeder of vette schminck dat ‘blanketsel’ genoemd werd. Rijke dames beschikten in deze tijd over uitgebreide make-up cassettes met dit blanketsel, rouges en mouches. Mouches waren kunstmatige moedervlekken die met gom aan het gezicht vast werden geplakt. Deze mouches hadden diverse wonderlijke vormen: van hartjes, tot sterretjes, rondjes, ovaaltjes, klavertjes, ruitjes. En ze werden op den duur zelfs gemaakt van fluweel, satijn of zijde. De plaatsing van de mouches op het gezicht, kon een liefdesboodschap communiceren, wanneer een dame haar oog hadden laten vallen op een zekere heer. Verleiden en flirten moest
in die tijd zeer discreet gebeuren. De rouge werd daarom standaard dik opgebracht om te voorkomen dat de natuurlijke kleur van blozen, affectie kon verraden.
Rococco anti-rimpelcrème
Een populaire anti-rimpelcrème uit die tijd, bestond uit loodwit, goudpoeder, klaver, kamfer, zout,mrozenolie en azijn. Het was een effectief middel: de gezichtshuid zwol er door op, waardoor rimpels inderdaad minder zichtbaar werden. Maar op den duur werd toch eindelijk het verband
tussen de migraines, duizeligheid en flauwvallen van menig gebruikster, en de giftigheid van dit mengsel gelegd. [1]
Poeder-power voor mijn eigen uitgroei!
Mijn motivatie om mijn haar op plantaardige wijze te willen kleuren is misschien iets minder elitair. Ik wil mijn inmiddels flink geel gekleurde haar met drie centimeter uitgroei, omdat ik na zestien jaar gestopt ben het te verven, gewoon weer wat meer toonbaar maken. Ik wil er gewoon iets minder shabby uit zien. Thats’s all, haha. Zeker na een aantal dagen, als mijn haar wat meer huidvet bevat, zie je het kleurverschil tussen mijn uitgroei en het eerder geverfde en verschoten haar heel duidelijk. Dus ging ik aan de slag om te kijken of ik mijn eigen plantbased poudre du riz kon maken, om het een beetje bij te kleuren en te camoufleren. Ik las ook dat poudre du riz als voordelig neven-effect heeft, dat het alle olie uit je haar onttrekt. Waardoor je haar langer fris lijkt (als een historisch ‘droogshampoo’ dus). Wat handig! Want ik was ook nog bezig met een no-poo / low-poo experiment, remember?!
Poeder als historische droogshampoo
Dus ik ben aan de slag gegaan met het fijnstampen van rijst in een vijzel. Dat kan, maar je behoudt dan toch een korreligheid. Daarna las ik dat je poudre du riz kunt maken, door rijst een etmaal te laten wellen. Vervolgens druk je het door een katoenen/theedoek heen zodat de rijst helemaal uit elkaar valt. Dat schraap je vervolgens van de doek af en laat je het drogen. Zekereen dag. Eventueel stamp je de gedroogde rijstepoeder nogmaals fijn met een vijzel. En ja: dat levert inderdaad een fijnere poeder op! Maar wat een werk! Dus besloot ik nog een andere plantbased methode te onderzoeken... Weet je wat ik al jaren gebruik als truukje om mijn haar nog net even een dag extra niet tehoeven wassen? Maizena! Ik hang dan met mijn hoofd over de gootsteen heen, doe wat maizena op mijn vingertoppen en wrijf het over de wortels van mijn haar en hoofdhuid. Eventuele zichtbare witte poeder wrijf ik daarna nog even weg. Klaar! Werkt als een tierelier! En het camoufleert de gele gloed over mijn haar ook goed.
Maar ik heb ook een moderne versie gemaakt van gekleurde poudre du riz met maizenapoederen pastelkrijt uit de Rembrandt softpastels series. Want die krijt is vegan. De krijtjes heb ik fijngestampt met een vijzel. Per 100 gram maizena heb je maar een theelepel aan krijt nodig om kleuren zoals op mijn foto’s te maken. Op de foto’s zie je veel poeder, omdat ik dat vet artistiek en prikkelend vond (En hé, je leest het bericht al tot hier, dus waarschijnlijk heeft het je aandacht dus inderdaad getrokken). Maar ook al een klein beetje van dit poeder zorgt voor een mooie kleurgloed over het haar. Zoals ik dat heb gedaan met de plukken haar langs mijn oren.
Suikerwater en citroensap
En oh ja: ik heb ook een test gedaan met het modelleren van haar met suikerwater en in plantenspuit. Conclusie: ja, je haar blijft in model zitten. Maar je moet wachten tot je haar droog is, wat niet erg praktisch is. En je haar plakt natuurlijk ook een beetje van de suiker, haha. Ik
raad het niet aan :P Maar goed, daar zijn experimenten voor ;) Ik heb ook een test gedaan met het ontkleuren van de gele gloed met citroensap, omdat ik las dat dat een goed huismiddeltje is voor ontkleuren. Ik heb het toegepast door er gewoon mijn haar mee nat te maken en het een minuut of vijf te laten zitten. Daarna heb ik het uitgespoeld. Dat helpt inderdaad een beetje. De ergste gele gloed is weg. Maar ik gok dat het later in het
voorjaar en in de zomer wanneer er meer zon is om het in op te laten drogen, beter werkt. Dus daar kom ik later nogmaals op terug!
Voor volgende keer
Ik heb de afgelopen week ook natuurlijke alternatieven voor shampoo’s gekregen van jullie! Zoals shampoo’s van klei en vulkanisch as. Gaaf! Dank daarvoor! Ik ga het uitproberen en er over schrijven! En ik ga aan de slag met het uitproberen van shampoo-bars om low-poo mee te wassen. Ik heb een prachtige zeepset gekregen die 100% biologisch, vegan, lokaal en handgemaakt is. De eerste twee keer wassen en verzorgen met deze zeep zijn veelbelovend! Dus daar kom ik
binnen nu en een week of anderhalf op terug ;)
Lees hier eerdere blog van Knotting New terug:
#1 – No-poo hairdo – back to nature
#2 – La Tricoteuse – vet haar als poëtisch verzet